Brussel is een stad vol asfalt en beton. Maar ook hier hebben we de natuur nodig om te overleven. Denk maar aan de bomen, fonteinen en parken die de stad aanlegt, om voor verkoeling te zorgen. Ook onbedoelde vormen van biodiversiteit verrijken de stad. De ratten en duiven fungeren als stedelijke afvalbeheerders. Het moeras van Wiels, dat door een menselijke fout ontstond, absorbeert geluid, wateroverlast en huist beschermde diersoorten. Moeten we de biodiversiteit in de stad haar gang laten gaan? Of moeten we haar net beschermen en beheren, zodat de mens er in harmonie mee kan samenleven? CurieuCity neemt je mee in het moeras van Wiels, waar ruimte is voor vragen over gemeenschap, ‘rewilding’ en de plek van biodiversiteit in een urbane omgeving.
Biodiversiteit in de stad
Als je ‘biodiversiteit in de stad’ hoort, waar denk je dan aan? Waarschijnlijk weet je dat koelte-eilanden, zoals parken, waterpartijen en moerassen in een warme stad als Brussel broodnodig zijn. En als het hard regent, kunnen ze als natuurlijke afvoersystemen overstromingen voorkomen. Het luide geraas van de stad wordt deels opgevangen door hagen, bomen en andere stukjes groen. Zelfs ‘ongedierte’, zoals ratten en duiven, hebben een functie. Wie ontdoet er anders de Brusselse straten van rondslingerende etensresten tussen de werkuren van de straatvegers door? Het woekerende klimop geeft vogels en insecten in de winter een warm plekje.
De diensten die de natuur ons biedt, zijn niet alleen praktisch, maar ook therapeutisch. Wandelen in het park, je onderdompelen in de schoonheid van het bos of gewoon eens diep in-en uitademen in een groen hoekje: de natuur is essentieel voor ons welzijn. Steeds meer studies wijzen uit dat ze een positieve impact heeft op ons zelfvertrouwen, lichaamsgewicht en mentale gezondheid. Dat komt goed van pas in de drukke, stresserende stad.
Biodiversiteit gaat niet alleen over hoeveel diersoorten er zijn. Ook andere levende organismes zoals planten, schimmels en bacteriën zijn belangrijk voor het biologisch evenwicht.i En naast het aantal gaat het ook over welke soorten fauna en flora voorkomen, en hoe ze in een voedselketen samenleven.ii Biodiversiteit zorgt ervoor dat we gevarieerd kunnen eten, dat we materialen hebben om bijvoorbeeld kleren, huizen en medicijnen te maken, maar ook dat we simpelweg zuurstof kunnen inademen. Elke leefomgeving met zijn eigen temperatuur, ondergrond en landschap heeft impact op de biodiversiteit van die plek. Ook in de stad is er dus biodiversiteit. Brussel mag zich zelfs tot een van de groenste hoofdsteden van Europa rekenen: op iets minder dan de helft van het Gewestelijk grondgebied staan er geen gebouwen en krijgen fauna en flora vrij spel. iii
Het moeras van Wiels is een mooi voorbeeld van een groene en blauwe oase in de stad. De braakliggende site van de voormalige Brouwerij Wielemans-Ceuppens tussen leegstaand hotel Métropole en het Wielsmuseum zou in 2011 plaats ruimen voor privéwoningen. Maar het bouwbedrijf boorde te diep en er ontstond een vijver met haar eigen ecosysteem. ‘De feeën van het moeras’, zoals de leden van het burgercomité ‘Marais Wiels’ zichzelf noemen, vechten al jaren voor het behoud van het moeras.
In 2020 kocht het Gewest de site over van projectontwikkelaar JCX Immo. De overheid beschermde drie kwart van het water door het moeras op te nemen in de ‘hydrografische atlas’, een overzichtskaart met de Brusselse waterlopen. Het noordelijke deel, dat niet altijd onder water staat, wil het Gewest omtoveren tot een park met een fietspad en woningen.
Het Burgercomité hoopt dat deze bouwplannen de ecologische balans van de vijver niet in de war sturen en dat het hele gebied als groene zone beschermd wordt.
Het moeras bewijst zijn nut voor mensen, maar ook voor dieren. Omdat de regio gevoelig is voor overstromingen, is het moeras ook cruciaal om regenwater op te vangen. Er leven meer dan 100 diersoorten, waaronder enkele kwetsbare en bedreigde soorten. Samen met Erik Etienne van ‘Mussen en biodiversiteit’ gaan we ‘op zoek naar de huismus’. Het moeras is een van de weinige plekken waar de soort nog te vinden is in Brussel. Sinds 1992 is meer dan 90% van alle huismussen in het Gewest verdwenen. De typische stadsvogel, die niet zonder de nabijheid van de mens kan, leert ons hoe natuur en verstedelijking gebalanceerd kunnen samenleven. Erik toont tijdens de wandeling ook hun relatie met andere vogels en met het moeras zelf.
Als een diersoort bedreigd is, loopt ze kans op uitsterven. Wanneer wetenschappers merken dat het aantal van een soort snel daalt, of als hun natuurlijk leefgebied verdwijnt, krijgen ze een label. Dat kan gaan van ‘bijna bedreigd’, ‘kwetsbaar’, ‘ernstig bedreigd’ tot ‘volledig uitgestorven’. Dat label kan voor eenzelfde dier verschillen tussen bepaalde landen of regio’s.iv In Brussel zijn de helft van de zoogdieren en drie kwart van de reptielen en amfibieën kwetsbaar of bedreigd. Ook vogels zoals de koekoek en de huismus krijgen het moeilijk. Dat komt vooral door de toenemende verstedelijking, die hun leefomgeving verkleint of vernielt. Ook vervuilende auto’s, pesticiden en lawaai spelen een rol.v
Op het moerassig terrein, dat meer dan 9000 m2 groot is, vinden niet alleen dieren, maar ook mensen hun plekje. Zelfs toen het terrein nog privé-eigendom was, kon iedereen er vrij binnen-en buitenwandelen. Dat is helemaal anders dan in het Friche Josaphat, een natuurdomein op een oude spoorwegsite. In het Wielsmoeras verblijven mensen zonder vaste verblijfsplaats soms dagen, maanden of zelfs jaren. Sommige bewoners van het moeras ontpoppen zich zo tot natuurbeheerders.
De zuurstof voor al dit leven in het moeras komt van de planten. De leerlingen van twee lokale scholen vroegen zich af hoe de groene aders van het Wielsmoeras O2 produceren. Ze leerden over het belang van fotosynthese en trokken er met een fototoestel op uit om het ecosysteem in kaart te brengen. Het resultaat stellen ze tentoon in ‘Focus Op Chlorofyl’, het visueel antwoord op hun vragen over bladgroen (chlorofyl).
Bij het proces van fotosynthese gebruikt een plant zonlicht om zuurstof vrij te maken. In hun bladgroen zit de stof chlorofyl, waar de fotosynthese plaatsvindt. Een deel van de energie van het zonlicht wordt omgezet in voeding voor de plant, een ander deel wordt zuurstof voor andere planten, dieren, en de mens.vi
Camelia El Bakkali en Maya Boueiz, onderzoeksters van de ULB, zijn lid van het Brusselse Smartwater-project en weten als geen ander dat een goede waterkwaliteit belangrijk is voor een gezond ecosysteem. In hun workshop ‘Mission Marais de Wiels’ meten de ULB-onderzoeksters van de botanische Massart-tuin de zuurtegraad van het water en de concentratie van andere chemische stoffen, zoals zuurstof. Ook kijken ze samen met de deelnemers welke kleine ongewervelde diertjes in het water leven. Uit de metingen van het afgelopen jaar blijkt dat het moeraswater heel kwaliteitsvol is.
Levende organismen die interageren met elkaar in een bepaald gebied en met dat gebied, vormen een ecosysteem. viiZo’n ecosysteem wordt beïnvloed door de bodem, het water, het klimaat en de onderlinge relaties tussen de organismen. Een ecosysteem kan zo klein als een stuk dode boomschors zijn, zo groot als een oceaan, of iets daartussenin, zoals het moeras van Wiels.
Wie nog meer wil leren over onderwaterdieren, kan samen met Tom en Nicolas Valckenaere ‘De Wereld onder het Moeras’ ontdekken. Op Curieucity neem je samen met de broers de slakken, larven en kreeftjes van het moeras onder de loep. Dat doen ze elke maand met buurtbewoners en andere geïnteresseerden. Ondertussen is het een ritueel geworden, dat hen niet alleen toelaat de waterkwaliteit op te volgen, maar ook mensen samen te brengen die begaan zijn met de toekomst van het moeras.
Om de kwaliteit van water te meten, kan je naar verschillende parameters kijken. Het zuurstofgehalte, de temperatuur en de aanwezigheid van bepaalde chemische elementen zijn daar enkele van. Wanneer de concentratie van sommige chemische stoffen te hoog wordt, gaat de waterkwaliteit achteruit. Ook het aantal en de soorten levende organismes kunnen veel vertellen over de waterkwaliteit.viii
Het moeras is volgens Tom Valckenaere een plek waar ‘sociale, politieke, artistieke en natuurlijke’ aspecten samenkomen. De broers, die naast natuurliefhebbers ook kunstenaar zijn, nemen foto’s, creëren een gemeenschap met hun workshops en in het buurtcomité ‘Marais Wiels’. Zo hopen ze dat de politiek ziet dat het stukje wilde natuur behouden moet worden.
Rewilding en la libre evolution
Moeten we de natuur haar gang laten gaan, of moeten we haar zorgvuldig beheren? Volgens de ‘rewilding’ visie of ‘natuurherstelvisie’ kan de natuur zichzelf het beste beheren. Zo krijgt de natuur ruimte om ongerept te groeien en te bloeien. Voor de mens kan de connectie tussen de moderne maatschappij en de wilde natuur ook voordelig zijn: het zorgt voor betere lucht, water en voedsel. Dat komt de lokale dieren en menselijke gemeenschappen ten goede. Het moeras van Wiels bijvoorbeeld, absorbeert water in een gebied dat kwetsbaar is voor overstromingen. Buurtbewoners vinden in de groene en blauwe oase een plek om op adem te komen, elkaar te ontmoeten en hun verbeelding de vrije loop te laten.
Het moeras van Wiels kan als een vorm van rewilding gezien worden. Door een menselijke fout kan het het moerassige landschap waaraan Brussel zijn naam dankt (oorspronkelijk Broek-zele, nederzetting bij het moeras) haar plek in de stad terugzoeken. Maar ook de mensen die er verblijven of op bezoek komen en de ruige industriële restanten maken deel uit van het moeras. Het is volgens geschiedkundige, filosoof en geograaf Allan Wei (ULB) dus niet mogelijk of wenselijk om het moeras terug naar een pre-menselijke staat te brengen. We moeten volgens hem het moeras beheren met het oog op de mensen en menselijke elementen die er zijn. Denk bijvoorbeeld aan het belang van een stuk piepschuim in het moeras, waarin kleine waterinsecten hun huisjes maken.
Wei heeft het over de ‘libre evolution’. Dat is een visie die nauw gelinkt is met rewilding maar menselijke inmenging wel aanmoedigt en ook uitheemse planten-en diersoorten omarmt. De nijlgans bijvoorbeeld, die niet van nature in ons land voorkomt, maakt het de andere vogels in het moeras moeilijk. Moeten we deze soort dan doden? En moeten we de mensen die in het moeras verblijven ook verwijderen, om naar een pre-menselijke staat van de omgeving te gaan?
In de libre evolution-visie gaat het meer om de balans tussen mensen en spontane, natuurlijke processen. Menselijke activiteit, landbouw en natuur moeten volgens deze visie in harmonie samenleven. Om aan de noden van deze elementen te voldoen, is een goede begeleiding noodzakelijk. Actiegroep Urban Species wil allianties tussen mensen en andere diersoorten aanmoedigen. Met de SpaceXcraft-koffer speculeren deelnemers over een nieuwe toekomst voor het moeras en de stad.
De ‘feeën van het moeras’ gaan op CurieuCity met de broers Valckenaere in de ‘Petit Talk’ in gesprek over de rewilding en het beheer van het terrein. Moderator is Valeria Cirillo, die aan de universiteit van Rome onderzoek deed naar de gelijkenissen van het Wielsmoeras en het Lago Bullicante. Het meer in hartje Rome ontstond in 1992, ook toen een bouwbedrijf te diep boorde. Verwacht een andere kijk op ecologie, gemeenschap en leven in de stad.